Vijf elementen om je balans te hervinden

Vijf elementen om je balans te hervinden

Allemaal hebben we te maken met de menselijke conditie en de uitdagingen die dit met zich meebrengt. In de diverse dimensies van ons bestaan (fysiek, sociaal, psychologisch en spiritueel) staan we in voortdurende wisselwerking met een netwerk van onderling verbonden relaties. We hebben een relatie met ons lichaam en de omgeving (fysiek), met anderen en de maatschappij (sociaal), met onszelf en onze gedachten en emoties (psychologisch), en met een ideologisch wereldbeeld waarmee we zin aan de dingen proberen te geven (spiritueel). Op al deze niveaus zijn er spanningsvelden, bijvoorbeeld m.b.t. leven en dood, ziekte en gezondheid (fysiek), eenzaamheid en liefde, autonomie versus groepsverbondenheid (sociaal), kracht versus zwakte, eigenwaarde en zelfkritiek (psychologisch), en zin versus zinloos of goed versus kwaad (spiritueel/ ideologisch).

In dat grote samenspel van relaties je weg vinden is niet altijd gemakkelijk en soms zijn we de balans wel eens kwijt. Misschien hebben we ons teveel gericht op de mening van anderen, en is het nu tijd om uit te vinden hoe we er zelf in staan? Of zijn we juist te veel op ons zelf gericht geweest en moeten we eens aan anderen denken? Wellicht zijn we teveel bezig met onze carrière en zou het goed zijn om onze aandacht van het materiële een beetje te verleggen naar zingeving omdat het werk de laatste tijd een beetje leeg aanvoelt? Het kan echter ook andersom, misschien hebben we de zorg voor ons levensonderhoud laten slippen door te veel aandacht voor ideologische zaken? Er kan sprake zijn van een burn-out, relatieproblemen of het overlijden van een dierbare. In al die gevallen en nog eens duizend andere is het nodig om te heroriënteren met een nieuwe afstemming om de balans weer te vinden. Doe je dat niet, dan is er de kans dat je als het ware verder van je pad afraakt en van anderen of van jezelf en je oorspronkelijke doelen vervreemd.

Hoe vind je nu die nieuwe balans? De volgende vijf stappen zijn ontwikkeld om hierbij te helpen:

1. Herinneren waar het echt over gaat.

Om te beginnen is het goed te onderzoeken wat voor jou belangrijk is in je leven. Wat is er van waarde? Wat drijft je? Wat is je intentie? Wat maakt je gelukkig? Wat zijn je doelen? En wat betekent welzijn voor jou? Geef je daar wel voldoende aandacht aan? Hoe onderzoek je dit? Door allereerst even te stoppen met hollen en jezelf de tijd te gunnen om diep hierover te reflecteren.

2. Terugkeren naar de thuisbasis

Waar je geen aandacht aan geeft, dat neem je ook niet waar, in ieder geval niet bewust. Als je probeert een moment ‘enkel aanwezig te zijn’, even helemaal niets te doen, dan zal je snel merken dat je aandacht alle kanten opschiet, weg van jezelf. Je wordt constant meegenomen door gedachten, geluiden, gevoelens, verleden, toekomst, je schiet vanhier naar daar, maar zelden ben je gewoon hier en nu, gewaar, zonder intentie. Het lijkt bijna alsof onze aandacht niet van ons is. Iedereen wil onze aandacht en er is zoveel afleiding dat het moeilijk is om focus te bewaren. Daarom is het goed om de geest naar binnen te keren en aandacht te schenken aan de bron van waar aandacht vandaan komt.

Mindfulness in de zin van ‘doelbewust zonder te oordelen aandacht geven aan wat zich voordoet’ is een eerste stap in dit proces om meer gewaar te worden en weer controle te krijgen over je aandacht. Training van de aandacht door middel van meditatie op een object zoals bijvoorbeeld de ademhaling is een manier om je geest te kalmeren. Wanneer je meer rust ervaart, daagt vanzelf de natuurlijke helderheid van je geest. Dan wordt het mogelijk om rustiger en vanuit een houding van niet-oordelen te kijken naar de dingen die ons bezighouden. Vanuit stilte merken we verandering op en onderlinge verbondenheid tussen jezelf, anderen en de duizend en een dingen van de wereld. Je herkent de onderlinge wisselwerking in alle dimensies van het bestaan.

3. Moed vinden

Door even bewust proberen op te houden met het manipuleren van je geest en je ervaring, en even niet onmiddellijk te oordelen in kwalificaties als fijn – niet fijn, lekker – vies, wil ik wel – wil ik niet, schep je een ruimte in je geest waarin dingen kunnen opkomen die je eerst niet wilde zien, of waar je geen tijd voor had. Soms is dit een mooie ervaring, maar soms is dit ook ongemakkelijk. Het is dan belangrijk om niet weg te kijken, maar dit goed te onderzoeken. Er is moed voor nodig om met compassie zo naar jezelf in de innerlijke spiegel te kijken. ‘Druk niets weg en jaag niets na’ is het advies voor de innerlijke houding bij meditatie. Pas door eerst alles te accepteren zoals het verschijnt, kun je onderzoeken wat het eigenlijk is. Dat betekent niet dat je geen onderscheid meer maakt. Eerst niet-oordelen en dan pas onderscheiden, is echter heel wat anders dan onmiddellijk met je (voor)oordeel klaar staan. Hierbij is de houding waarmee we naar onszelf kijken belangrijk: hoe we naar onze gevoelens luisteren en ook de toon waarmee we onszelf toespreken is cruciaal. Het maakt alle verschil of we onszelf bemoedigen en aanmoedigen of ontmoedigen en daarmee ondermijnen. Die criticaster en betweter is wel genoeg aan het woord geweest en moet nu plaats maken voor de stem van liefde, begrip, wijsheid en compassie. Eindeloze zelfkritiek brengt jezelf telkens weer uit balans. Het ideaal van perfectie zal je nooit bereiken, dan ben je altijd niet goed genoeg. Je kan die scherpe toon echter leren herkennen en verzachten. Dan kan je altijd nog kijken of er toch iets zinvols in al die raadgevingen zit.

4. De cocon breken

Vaak merk je dan dat je als in een cocon gevangen zit in allerlei gewoontepatronen. Natuurlijk is het handig om bepaalde dingen op routine te doen zodat we snelheid van handelen kunnen ontwikkelen. Je moet tenslotte wel op tijd op je werk komen. Bij kwalijke gewoonten is dit echter wel iets anders. Het valt niet mee om die te leren doorbreken. Toch is het mogelijk. Hoeveel mensen zijn er bijvoorbeeld niet met roken gestopt? We kennen allemaal uiterlijke gewoontepatronen die zich manifesteren in ons gedrag en voor iedereen zichtbaar zijn en ook innerlijke gewoontepatronen die slechts indirect zichtbaar zijn als ze dat al zijn. Hierbij gaat het om onze manieren van reageren op situaties. Deze gewoontepatronen komen vooral tot uitdrukking in onze manier van communiceren met zowel onszelf als anderen. Zijn we ondersteunend of maken we snel verwijten?

Vier krachten kunnen helpen bij het veranderen van gedrag. Het opwekken van een gevoel van spijt (1) over het feit dat je vastzit gepaard met een urgentie dat dit zo niet langer kan. Je doet dit in de aanwezigheid van je eigen gevoel van integriteit, oprechtheid en waarachtigheid (2). Je wil jezelf immers niet voor de gek houden. In die aanwezigheid van dat gewaarzijn, neem je een resoluut besluit (3) om het gedrag te veranderen. Iedere keer dat je de gewoonte kan doorbreken is een bekrachtiging (4) van jezelf en het nieuwe gedrag. Val je toch een keer terug, zeg dan niet ‘ik kan het toch niet’, maar vergeef jezelf en begin gewoon weer opnieuw. Wanneer je mediteert op de ademhaling en merkt dat je afgeleid bent, dan kom je ook gewoon weer terug zonder te oordelen. Zo merk je dat je vrij kan worden van ongezonde gewoonten.

5. Je vleugels uitslaan

Als je merkt dat je zelf je gewoontepatronen kan veranderen, voel je meer controle over je leven. Je bent je eigen coach, leraar en beste vriend. Je ziet wat te doen om je leven weer meer in balans te brengen. Dat wil niet zeggen dat het makkelijk is, maar je weet dat je geen slachtoffer hoeft te zijn van je eigen patronen, maar je manier van reageren op tegenslagen in eigen hand hebt. Dat geeft een gevoel van vrijheid en de ruimte om je vleugels uit te slaan.

 
aziz-acharki-549137-unsplash.jpg
 

Dagelijkse beoefening

Bovenstaande structuur van 5 stappen of elementen kan ook gebruikt worden om vorm te geven aan een dagelijkse beoefening van het ontwikkelen van meer gewaarzijn in je dagelijks leven.

Je begint met jezelf te herinneren aan wat je inspireert en belangrijk vindt. Het kan helpen om dat voor jezelf te formuleren, op te schrijven en dan kort te contempleren om je motivatie te verfrissen. Dit kunnen ook dingen zijn waar je speciaal aandacht aan wil geven, zoals: ‘Ik wil proberen mezelf in een ander te verplaatsen en niet onmiddellijk met mijn oordeel klaar te staan’ of ‘ik wil proberen minder verwijten te maken en dankbaar te zijn voor wat ik heb’. Dat is een voornemen, een intentieverklaring. Dat is het element van de motivatie of intentie (1).

Vervolgens kan je even een korte zitmeditatie doen door je aandacht te laten rusten op je ademhaling, waarbij je even alle gedachten en emoties loslaat en thuiskomt in de innerlijke ruimte van gewaarzijn. Dat is het element van de aandachttraining (2).

In de open ruimte van de meditatie verbind je je aandacht met je intentie en je innerlijke houding. Je maakt vrienden met jezelf en benadert je eigen worstelingen en die van anderen met begrip en compassie. Je ontdekt waar weerstand zit en je je afsluit en waar je kan loslaten en openen. Je ziet zo waar je aan werken moet om jezelf te bevrijden van jezelf. Dat is het element van het werken met je houding (3).

Wanneer je klaar bent met zitten, bedenk je voor een kort moment dat hoewel veel dingen in je leven misschien volgens vaste en verwachte patronen lopen, toch alles wat er deze dag gebeurt voor de eerste keer plaats vindt. Misschien ben je al duizend keer naar je werk gereden, maar vandaag op dit moment heb je dat nog nooit gedaan. Zo houd je de mogelijkheid open van het frisse en spontane van dit moment, terwijl je toch ook de kennis van je ervaring gebruikt. Door te beseffen dat alles wat je doet in feite de eerste keer is, hoef je niet in een gewoontepatroon te verzanden, maar behoud je een open blik. Hierdoor ben je flexibeler en kan je je makkelijker aan onverwachte situaties aanpassen en raak je niet zo snel uit balans. Dit is het element van actie (4).

Tenslotte kan je ieder moment van de dag even terugkomen en contact met jezelf maken door voeling te houding met het feit dat je gewaarzijn hebt. Je bent aanwezig in lichaam (fysieke dimensie) en hebt contact met anderen (sociale dimensie). Je bent je gewaar van jezelf (psychologische dimensie) en hebt het vermogen om dingen in een ruimere context betekenis te geven en ethisch te handelen (spirituele dimensie). Door het element van gewaar van gewaarzijn (5) heb je de helderheid om het overzicht in alle vier de dimensies van het bestaan te bewaren. Wanneer je uit balans raakt, merk je dit op, en kun je het op een vriendelijke manier zelf weer bijsturen.